overdenking zondag 22 maart
Overdenking online viering 22 maart
Lieve mensen, broeders en zusters,
We zitten in een crisis. Een virus brengt ons tot stilstand. In quarantaine. Letterlijk betekent quarantaine 40 dagen. Volgens onze kerkelijke kalender is het vandaag de 4e zondag in de 40 dagentijd. We zijn halverwege in de tijd voor Pasen. Maar dit is wel een hele bijzondere veertigdagentijd. Allemaal in ons eigen huis. Iedereen leeft op afstand van elkaar. Sommigen van ons mogen zelfs niemand ontvangen. We vasten van sociale contacten zonder dat we dat willen. De een na de andere brief van instanties rolt je mailbox in met maatregelen en afzeggingen. Toespraken van de koning en de minister president liegen er niet om. We moeten allemaal op een streng sociaal dieet om samen door deze crisis te komen.
Zo stil als het hier nu is, was het nog nooit op een zondagmorgen in de Grote Kerk. De stilte van deze weken voelt dreigend. We doen wat we kunnen, maar tegelijk voelen we allemaal: We hebben geen grip op dit virus. Ik kan me goed voorstellen dat dat je onrustig maakt, bang voor jezelf, voor elkaar.
Wat staat ons nog te wachten?
Het virus heeft wel iets van een plaag die over ons komt. Een oncontroleerbare maar verwoestende kracht die het leven van mensen en dieren bedreigt. Dat delen alle 10 plagen die Egypte krijgt met elkaar. De plagen raken de Egyptenaren in de vitaliteit van hun samenleving. De plagen raken het hart van hun religie.
Wij lezen vandaag over de eerste plaag. Water in bloed veranderen? Het is een plaag waar de Egyptenaren hun neus voor ophalen. Deze plaag hebben ze zo onder controle – ze toveren hun gelijk tevoorschijn. De magiërs kunnen wat Mozes en Aaron kunnen. En met al hun magie maken ze het natuurlijk alleen maar erger. Maar bij de derde plaag waar het stof in muggen veranderd kunnen de magiërs niet veel meer. Deze mutatie hebben zij niet in de hand. Ze stuiten op de grens van hun kunde, ze stuiten op de grens van hun controle. Vanaf de derde plaag constateren de magiërs dat er wel een god moet zijn die dit kan, want ze verliezen hun grip.
Magie was voor de Egyptenaren wat nu voor ons de wetenschap is. Als zij, als de magiërs het niet meer weten, dan moest er wel sprake zijn van een goddelijke ingreep.
Ik ben erg gelukkig met hoe goed onze wetenschappers zijn. Wat is het een zegen om zoveel deskundigheid te hebben in deze tijd én zoveel middelen om kennis te delen. Maar tegelijkertijd ontmaskert dit virus ons ook. Het idee we de zaken onder controle hebben omdat we zoveel weten, zoveel kunnen maken en zoveel beheersen, dat voelt nu als een illusie.
We hebben ten diepste geen grip op het leven – dat weten we soms, maar ineens voelen we dat allemaal tegelijkertijd. Groei, welvaart en gezondheid. We hebben het niet in de hand.
Ik merk dat mensen in deze Coronacrisis zoeken naar betekenis. Mensen zoeken naar verklaringen en goede redenen waarom dit gebeurt. We overvragen de schepping, we vliegen te veel, we kopen te veel. Allerlei intuïties en meningen komen voorbij. Stemmen die allemaal hetzelfde zeggen: Er wordt een oordeel voltrokken word over ons gedrag. De stilstand brengt ons tot bezinning en dat is maar goed ook.
Net als die oude Egyptenaren hebben wij ook de neiging om dat, waar we geen controle op hebben een diepere of bovennatuurlijke betekenis te geven. Misschien ook wel een goddelijke betekenis aan te geven.
Maar de God van de Bijbel, de God van Mozes, de God van Jezus vraagt daar helemaal niet om. God wil geen verklaring zijn voor dat wat we niet weten of wat we niet begrijpen. Die fout maken de magiërs in Egypte en laten wij niet dezelfde fout maken.
En laten we ook niet denken dat we in de schoenen van Mozes kunnen staan. Mozes was geroepen om Egypte te veroordelen – maar dat is helemaal niet waar wij nu zijn. Al die sterke morele uitspraken, ik denk dat we daar ook voorzichtig mee moeten zijn. Want het is helemaal niet duidelijk wie de good guys zijn and wie the bad guys zijn – corona treft alle mensen.
Deze crisis roept in ons het goede wakker, maar soms ook ons egoïsme en onze angst om zelf tekort te komen.
Het verhaal van de Exodus brengt ons een stapje dichterbij Israël. Een volk in een crisis. Israël moest leren vertrouwen dat God hen door de diepte heen zou brengen naar vrijheid. Ze moesten erop vertrouwen dat het woord van God betrouwbaar is. Israël leert vertrouwen op God – de God die zichzelf aan Mozes heeft uitgelegd met vier woorden: Ik zal er zijn.
‘Ik zal er zijn – zo wil ik voor altijd heten en met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties’ – zo spreekt God tot Mozes bij de brandende braamstruik.
Dat is precies het Woord van God dat wij vandaag nodig hebben.
God is er, God zal er zijn.
God is hier, God is bij jou in je huis. Onnoembaar aanwezig.
Ook voor onze generatie die dit virus meemaakt als een plaag die ons treft is dit wie God is. De God die belooft er voor je te zijn, die je ziet – ook als niemand je nu mag opzoeken.
God trekt met ons door deze diepte heen. Tot het Pasen is en het leven weer volop geleefd kan worden. Misschien dat dit jaar ons Paasfeest er anders uit ziet, maar dat het Pasen wordt is zeker. Want Jezus gaat voor ons uit. Hij deelt in ons angst, in onze eenzaamheid, in ons lijden en sterven. Maar het leven krijgt het laatste woord. En als hij opstaat uit de diepste crisis zegt hij tegen zijn vrienden en hij zegt het ook tegen ons: Wees niet bang.
Vertrouwen op de God van de Bijbel is vertrouwen houden in wat Hij zegt. Ik ben er, wees niet bang.
Dus houd moed, blijf kalm. En doe rustig wat de Heer van je vraagt – wees trouw en liefdevol.
Wat is het hoopvol om te zien dat mensen zo trouw en liefdevol zijn voor elkaar. Als je je afvraagt waar God spreekt in deze crisis dan is het ongetwijfeld door al die tekenen van hoop, van liefde en betrokkenheid.
Ga met God, Hij zal met je zijn. Tot wij elkaar weer hier begroeten in Zijn Naam.
Amen.
Lieve mensen, broeders en zusters,
We zitten in een crisis. Een virus brengt ons tot stilstand. In quarantaine. Letterlijk betekent quarantaine 40 dagen. Volgens onze kerkelijke kalender is het vandaag de 4e zondag in de 40 dagentijd. We zijn halverwege in de tijd voor Pasen. Maar dit is wel een hele bijzondere veertigdagentijd. Allemaal in ons eigen huis. Iedereen leeft op afstand van elkaar. Sommigen van ons mogen zelfs niemand ontvangen. We vasten van sociale contacten zonder dat we dat willen. De een na de andere brief van instanties rolt je mailbox in met maatregelen en afzeggingen. Toespraken van de koning en de minister president liegen er niet om. We moeten allemaal op een streng sociaal dieet om samen door deze crisis te komen.
Zo stil als het hier nu is, was het nog nooit op een zondagmorgen in de Grote Kerk. De stilte van deze weken voelt dreigend. We doen wat we kunnen, maar tegelijk voelen we allemaal: We hebben geen grip op dit virus. Ik kan me goed voorstellen dat dat je onrustig maakt, bang voor jezelf, voor elkaar.
Wat staat ons nog te wachten?
Het virus heeft wel iets van een plaag die over ons komt. Een oncontroleerbare maar verwoestende kracht die het leven van mensen en dieren bedreigt. Dat delen alle 10 plagen die Egypte krijgt met elkaar. De plagen raken de Egyptenaren in de vitaliteit van hun samenleving. De plagen raken het hart van hun religie.
Wij lezen vandaag over de eerste plaag. Water in bloed veranderen? Het is een plaag waar de Egyptenaren hun neus voor ophalen. Deze plaag hebben ze zo onder controle – ze toveren hun gelijk tevoorschijn. De magiërs kunnen wat Mozes en Aaron kunnen. En met al hun magie maken ze het natuurlijk alleen maar erger. Maar bij de derde plaag waar het stof in muggen veranderd kunnen de magiërs niet veel meer. Deze mutatie hebben zij niet in de hand. Ze stuiten op de grens van hun kunde, ze stuiten op de grens van hun controle. Vanaf de derde plaag constateren de magiërs dat er wel een god moet zijn die dit kan, want ze verliezen hun grip.
Magie was voor de Egyptenaren wat nu voor ons de wetenschap is. Als zij, als de magiërs het niet meer weten, dan moest er wel sprake zijn van een goddelijke ingreep.
Ik ben erg gelukkig met hoe goed onze wetenschappers zijn. Wat is het een zegen om zoveel deskundigheid te hebben in deze tijd én zoveel middelen om kennis te delen. Maar tegelijkertijd ontmaskert dit virus ons ook. Het idee we de zaken onder controle hebben omdat we zoveel weten, zoveel kunnen maken en zoveel beheersen, dat voelt nu als een illusie.
We hebben ten diepste geen grip op het leven – dat weten we soms, maar ineens voelen we dat allemaal tegelijkertijd. Groei, welvaart en gezondheid. We hebben het niet in de hand.
Ik merk dat mensen in deze Coronacrisis zoeken naar betekenis. Mensen zoeken naar verklaringen en goede redenen waarom dit gebeurt. We overvragen de schepping, we vliegen te veel, we kopen te veel. Allerlei intuïties en meningen komen voorbij. Stemmen die allemaal hetzelfde zeggen: Er wordt een oordeel voltrokken word over ons gedrag. De stilstand brengt ons tot bezinning en dat is maar goed ook.
Net als die oude Egyptenaren hebben wij ook de neiging om dat, waar we geen controle op hebben een diepere of bovennatuurlijke betekenis te geven. Misschien ook wel een goddelijke betekenis aan te geven.
Maar de God van de Bijbel, de God van Mozes, de God van Jezus vraagt daar helemaal niet om. God wil geen verklaring zijn voor dat wat we niet weten of wat we niet begrijpen. Die fout maken de magiërs in Egypte en laten wij niet dezelfde fout maken.
En laten we ook niet denken dat we in de schoenen van Mozes kunnen staan. Mozes was geroepen om Egypte te veroordelen – maar dat is helemaal niet waar wij nu zijn. Al die sterke morele uitspraken, ik denk dat we daar ook voorzichtig mee moeten zijn. Want het is helemaal niet duidelijk wie de good guys zijn and wie the bad guys zijn – corona treft alle mensen.
Deze crisis roept in ons het goede wakker, maar soms ook ons egoïsme en onze angst om zelf tekort te komen.
Het verhaal van de Exodus brengt ons een stapje dichterbij Israël. Een volk in een crisis. Israël moest leren vertrouwen dat God hen door de diepte heen zou brengen naar vrijheid. Ze moesten erop vertrouwen dat het woord van God betrouwbaar is. Israël leert vertrouwen op God – de God die zichzelf aan Mozes heeft uitgelegd met vier woorden: Ik zal er zijn.
‘Ik zal er zijn – zo wil ik voor altijd heten en met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties’ – zo spreekt God tot Mozes bij de brandende braamstruik.
Dat is precies het Woord van God dat wij vandaag nodig hebben.
God is er, God zal er zijn.
God is hier, God is bij jou in je huis. Onnoembaar aanwezig.
Ook voor onze generatie die dit virus meemaakt als een plaag die ons treft is dit wie God is. De God die belooft er voor je te zijn, die je ziet – ook als niemand je nu mag opzoeken.
God trekt met ons door deze diepte heen. Tot het Pasen is en het leven weer volop geleefd kan worden. Misschien dat dit jaar ons Paasfeest er anders uit ziet, maar dat het Pasen wordt is zeker. Want Jezus gaat voor ons uit. Hij deelt in ons angst, in onze eenzaamheid, in ons lijden en sterven. Maar het leven krijgt het laatste woord. En als hij opstaat uit de diepste crisis zegt hij tegen zijn vrienden en hij zegt het ook tegen ons: Wees niet bang.
Vertrouwen op de God van de Bijbel is vertrouwen houden in wat Hij zegt. Ik ben er, wees niet bang.
Dus houd moed, blijf kalm. En doe rustig wat de Heer van je vraagt – wees trouw en liefdevol.
Wat is het hoopvol om te zien dat mensen zo trouw en liefdevol zijn voor elkaar. Als je je afvraagt waar God spreekt in deze crisis dan is het ongetwijfeld door al die tekenen van hoop, van liefde en betrokkenheid.
Ga met God, Hij zal met je zijn. Tot wij elkaar weer hier begroeten in Zijn Naam.
Amen.
Links naar andere websites
Parochie Heilige Nicolaas
www.parochieheiligenicolaas.nl
Nederlands Gereformeerde Kerk van Rotterdam-Overschie
http://www.herbergonderweg.nl/
Stichting Grote Kerk Overschie
www.stichtinggrotekerkoverschie.nl
Kijk onder het kopje 'Concerten' voor aankondigingen van de concerten die gehouden gaan worden!