Archief

Beste Willem-Alexander,

Toeval bestaat niet. Nauwelijks heb ik mijn nieuwe boek afgerekend, over ‘het einde van de normaliteit’, of ik word vriendelijk toegesproken door een mevrouw met een enorme oranje kunstroos in heur haar. Ze is trots op haar nering en prijst mij de Oranjefranje, de hoedjes, shirts, hemdjes, sjaaltjes, van alles. ‘De vorst komt er aan’, zo lees ik op een shirt, maar ook ‘Ik Will’em’, nou, zo hoor ik mijn vrouw lachen, ‘Ik heb’em al’. Zoiets werd er ook geroepen na uw geboorte. ‘We hebben’em!’ Ik zie mij weer staan, compleet verrast, in het smalste straatje van het dorp. En dan hollen, naar huis, opgewonden, en een dag later, vrij van school, ‘prinsheerlijk’, ineens begrijp je dan zo’n woord. Dat prins en heerlijk niet altijd samen gaat weet ik van mijn vader. In zijn jonge jaren, strak in het uniform, met zo’n rond brilletje op, werd hij herkend als uw grootvader Bernard, hij moest, zo wil het verhaal, rennen voor zijn leven. En nu we het toch over uw grootouders hebben, aan de rand van ons dorp woonde de zus van uw grootmoeder Juliana. Ja, er is altijd veel Oranje in mijn leven geweest. Thuis hing een gigantische zwart-wit foto van uw grootouders maar toen het huis te koop werd gezet vond de makelaar dat de foto moest weggehaald, het zou kopers kunnen afschrikken. En  u wordt u dus koning. Ik heb met u te doen, echt. Dat u koning wordt in een land waar zelfs het eerste het beste kneuterige koningsliedje al tot moord en doodslag  lijden kan, vreselijk, wat een niveau, en dus niet alleen van dat liedje. Vrolijker wordt u wellicht als ik u even bijpraat over de situatie in Overschie? U zult misschien denken ‘Overschie? Waar zou ik dat van moeten kennen?’ Dat zal ik u zeggen, burgemeester Aboutaleb heeft contact gehad met onze kerkelijke gemeente en binnenkort wordt de tuin van onze Grote kerk zoveel als mogelijk is benut voor het eerste grote wietexperiment, de plantjes liggen zelfs al gereed in de kerktoren maar dat mag natuurlijk niemand weten en het zou daarom fijn  zijn als u dat niet verder vertelt. En uiteraard gaan we feest vieren. Om te beginnen zaterdag, wij hebben namelijk ook een dame in huis die zich tooit met  een roos, uw moeder heeft haar zelfs om die reden ooit een lintje gegeven en zij is de baas van onze bazaar. En de volgende ochtend, zondag, dan bouwen we in alle ernst ons eigen vreugdevolle koningsfeest en zullen zeer zeker voor u en uw vrouw zingen en bidden, daar zijn wij niet kinderachtig in. Wij geloven namelijk dat het iets uitmaakt in het leven, de zegen van God te mogen ontvangen en die wensen wij u toe, die zegen, u samen. En mocht u zondag in de gelegenheid zijn, we beginnen om 10.00 uur …

Willem M. de Boer
predikant Grote Kerk
www.grotekerkoverschie.nl